in , ,

Starten vanuit WW wordt duidelijker en strenger

GEMIDDELDE LEESTIJD 5 MINUTEN

Nog net voor het kerstreces heeft de Eerste Kamer op 18 december een wetsvoorstel aangenomen om de in 2006 ingevoerde Startersregeling voor WW’ers duidelijker te maken voor uitkeringsgerechtigden en goedkoper uitvoerbaar voor het UWV. Dat betekent dat per 1 januari 2013  WW’ers die voor zichzelf willen beginnen, vooraf precies weten waar ze aan toe zijn.

De huidige Startersregeling

WW’ers die voor zichzelf willen beginnen kunnen op dit moment eerst een Onderzoeksperiode (van meestal zes weken) aanvragen waarin ze niet hoeven te solliciteren. Als ze na die voorbereidingstijd inderdaad ondernemer willen worden, hebben ze twee opties:

  1. WW’ers kunnen zonder toestemming van het UWV voor zichzelf beginnen en kiezen voor de gebruikelijke urenverrekeningssystematiek, ook wel urenkortingsregeling genoemd. Dan ontvangen ze geen uitkering meer voor het vaste aantal uren per week dat ze aan hun bedrijf besteden en moeten ze blijven solliciteren voor de overige uren. Deze optie wordt eigenlijk alleen gebruikt door mensen die parttime willen starten.
  2. Op basis van het ondernemingsplan beslist het UWV of iemand in aanmerking komt voor de in 2006 geïntroduceerde Startersregeling. De starter behoudt dan maximaal 26 weken de volledige ww-uitkering (indien die nog minimaal 26 weken ww-recht heeft op het moment van starten), maar ontvangt deze uitkering als voorschot. Dat voorschot moet (deels of helemaal) worden terugbetaald als de starter na die 26 weken ondernemer blijft en de inkomsten in de eerste 52 ondernemersweken boven bepaalde bedragen uitkomen.

De berekening in de tweede optie kan pas worden gemaakt nadat de belastingaanslagen over de eerste twee kalenderjaren van de ondernemer binnen zijn. Daardoor zijn de afgelopen jaren veel onduidelijkheid en misverstanden ontstaan bij WW-starters over het terug te betalen deel van het voorschot. Daarnaast is het UWV enorm veel tijd kwijt met het achteraf berekenen van de uiteindelijke uitkeringsrechten van een relatief kleine groep WW’ers. Tot slot hebben kunnen ondernemers (binnen grenzen) schuiven met hun inkomsten, kosten en investeringen, waardoor ze minder voorschot hoeven terug te betalen. Daardoor wordt getwijfeld of de regeling eerlijk is jegens andere uitkeringsgerechtigden.

De toekomstige Startersregeling

De vereenvoudiging van de Startersregeling, houdt in dat de optie van een voorschot tijdens 26 weken (met de gewraakte naberekening en eventuele terugbetaling achteraf) wordt vervangen door een vaste korting van 29% op de uitkering gedurende 26 weken.

Hoe de nieuwe regeling precies wordt vormgegeven is op basis van de kamerbrief uit 2011 nog niet duidelijk, maar het lijkt te betekenen dat WW’ers die na goedkeuring van hun ondernemingsplan voor zichzelf beginnen de volgende startperiode krijgen:

  • Ze zijn gedurende maximaal 26 weken vrijgesteld van de sollicitatieplicht.
  • Ze ontvangen tijdens die maximaal 26 weken 71% van hun ww-uitkering, dus 71% van 70% van het dagloon = 49,7% van het dagloon (en de eerste 2 maanden 71% van 75% = 53,8%).
  • De ondernemerswinst uit die periode van 26 weken mogen ze helemaal houden en heeft geen invloed meer op de hoogte van de uitkering.

WW’ers die in staat zijn gedurende de eerste zes maanden van hun ondernemerschap meer dan 29% van hun WW als winst te verdienen gaan er dus op vooruit. Waarop dat kortingspercentage van 29% is gebaseerd is vooralsnog niet duidelijk (en volgens de wetswijziging kan dat percentage worden aangepast).

Klussen doen voor ex-werkgever mag niet meer

Wel duidelijk is dat tussentijdse beëindiging van de startersregeling, bijvoorbeeld omdat de resultaten tegenvallen, niet meer mogelijk is. De WW’er kan natuurlijk wel tussentijds stoppen met zijn onderneming. Maar waar in de huidige regeling bij tegenvallende inkomsten het voorschot niet hoeft te worden terugbetaald, blijft de uitkering voortaan gedurende de resterende weken van startperiode slechts 49,7% van het dagloon.

Ook mogen starters die tijdens de startperiode van 26 weken opdrachten van hun ex-werkgever willen aannemen, geen gebruik maken van de startersregeling maar zijn aangewezen op de urenkortingsregeling. Als een starter tijdens de startperiode een incidentele opdracht krijgt van de ex-werkgever, wordt de uitkering voor de resterende startperiode op nul gesteld. Dat betekent dat het recht op uitkering gewoon doorloopt, maar dat er niets wordt uitgekeerd.

Het ziet ernaar uit dat de overheid een paar ongewenste effecten van de vorige Startersregeling uit de weg wil ruimen en zowel voor WW’er als UWV duidelijkheid wil scheppen. Of alle werklozen die voor zichzelf willen beginnen daar beter mee af zijn, zal de tijd moeten leren.

Ingangsdatum 1 januari 2013!

De ingangsdatum van de wetswijziging was nog afhankelijk van publicatie in het Staatsblad.  Vandaag – 27 december 2012 – is de wetswijziging gepubliceerd op Officiëlebekendmakingen.nl (de online versie van het Staatsblad) .

De ingangsdatum van 1 januari 2013 wordt dus gehaald en inmiddels heb ik vernomen dat alleen starters die vóór 31 december 2012 van het UWV aan de startperiode mogen beginnen, nog gebruik kunnen maken van de huidige startersregeling met het voorschot!

Voor de volledigheid volgen tot slot de betreffende artikelen in de ‘Wijziging van de Werkloosheidswet:

Dit artikel is het laatst bijgewerkt op 27 december 2012.

Naschrift 31 maart 2015: ben jij een ww’er die overweegt zzp’er te worden en ben je via Google op deze site terecht gekomen, dan wel je wellicht dit artikel uit begin 2015 ook even lezen.

12 Comments

Leave a Reply

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wie wint de allereerste Feniks Award?

Belangrijkste veranderingen per 1 januari 2013